Volgens Joost Out zijn foto’s gemaakt van glasnegatieven niet alleen vol sfeer, maar ook haarscherp (NHD 2017).
De digitale fotografie is makkelijk, de kwaliteit is voortreffelijk. Toch mist er iets, namelijk de sfeer van foto’s van een glasnegatief. Op het punt van sfeer is de oude techniek onovertroffen. Museum Kennemerland bezit enkele honderden glasnegatieven, een ware schat.
De verzameling glasnegatieven ligt opgeslagen in een kast, archiefdozen vol. Joost Out van de fotowerkgroep van het museum opent een doos. De inhoud bestaat uit een handvol glasnegatieven met de Goede Raadkerk als onderwerp. Laagjes papier er tussen ter bescherming. „Ze zijn gemaakt in opdracht van architect Kropholler. Hij was trots op zijn werk”, weet Out die ze weer voorzichtig inpakt.
Een glasnegatief is een doorzichtige glasplaat met daarop een lichtgevoelig zilverlaagje. De fotograaf schoof de plaat in zijn houten camera, verdween zelf onder een zwart doek, riep ’even naar het vogeltje kijken’ en haalde dan eventjes de dop van de lens. Klaar. De sluitertijden waren best lang, een halve seconde of langer. „Soms zie je een veeg op de foto. Dat was een voorbijganger.”
De glasplaten van de Goede Raadkerk zijn tamelijk groot, 18 bij 24 centimeter. „Daarom zijn ze haarscherp. Je kan de steentjes tellen.” Er zijn ook kleinere formaten, veelal opgeborgen in hun originele verpakking, bijvoorbeeld in doosjes van het merk Verax. Om het verhaal af te ronden: in de vergroter werd van het negatief een positief gemaakt op lichtgevoelig papier.
Het museum verzamelt de negatieven die uiteraard een lokale link hebben: gebouwen, families, festiviteiten. Het zijn schenkingen. Zo kreeg het museum de collectie Dirk Koster, een verdienstelijk amateurfotograaf. Op menig zolder liggen vast en zeker meer IJmondse glasnegatieven. Out roept eigenaren op om ze te laten beoordelen, te schenken of door het museum te laten digitaliseren. „Ik vrees dat hun nabestaanden de waarde niet zullen inzien. Voor je het weet, liggen ze bij het afval.”
Jacob Olie
Het museum bezit enkele foto’s van beroepsfotograaf J.G. Beltermann (1875-1955) die in de Zeestraat 18 zijn studio had. In de oorlog zijn diens originele glasplaten vernietigd. „Jammer, want ze hebben de klasse van de foto’s van de beroemde Jacob Olie”, aldus Out vol bewondering. „Gelukkig hebben we enkele afdrukken.”
Niet erg mooi, maar wel heel curieus zijn de glasnegatieven met werktekeningen van het rioolstelsel. „De originele papieren tekeningen zijn vastgelegd op glasnegatief om ze te bewaren. Dat gold als betrouwbare wijze van archiveren. Nu zouden we ze op een harde schijf zetten.” Verder zijn er series glasnegatieven van onder meer het Gasbedrijf Beverwijk en de gemeentepolitie.
De glasnegatieven zijn allemaal gedigitaliseerd en opgenomen in de beeldbank van het museum die inmiddels achtduizend foto’s telt. Vrijwel dagelijks komen er foto’s bij, aldus Joost Out. Geen glasnegatieven, die zijn veelal weg. Maar wel prentbriefkaarten. Hij wijst op de ansichten die zijn uitgegeven door de Beverwijkse firma Dingler. Die kaarten komen ook van glasnegatieven, dat was immers de standaard. Ze hebben dan ook dezelfde mooie sfeer.