Verzamelen doe je niet ’om het hebben’
Verzamelen doe je niet ’om het hebben’. „Het is genieten van iets moois en het verhaal daarbij”, vindt Jeroen Zoetmulder (48) uit Beverwijk. Een deel van zijn bijzondere glascollectie is onderdeel van de tentoonstelling ’Glinsterend glas’ die vanaf begin oktober is te zien in ’zijn’ Museum Kennemerland. De geboren Haarlemmer is daar sinds twee jaar bestuurslid.
Een van de eigen oogappels is van Duitse makelij, een Maigelein glas uit de periode 1450-1500. „Een klein glas waaruit wijn werd gedronken, in kastelen en kloosters. Door de jetset van toen, zeg maar.” Het ’nieuwste’ glas in de glazen vitrinekast is een Hollandse roemer – een groot bierglas – uit 1680 – 1690. Toevallig gespot tijdens een veiling in het Zeeuwse Goes. „Ik was er om ivoor te beoordelen, maar zag dat glas uit mijn ooghoek. Afkomstig uit een ingenomen inboedel. Twee maanden later kwam ik hem weer op een veiling tegen en bleek ik de hoogste bieder.” Het bedrag zegt hij niet, om veiligheidsredenen.
Waldglas
Hij is de oudste van drie kinderen en groeide op in Beverwijk. Vader en moeder handelden ín antiek en curiosa. „Op beurzen en markten, ze stonden ook op de toenmalige Zwarte Markt in Beverwijk.” Op zijn 15e hieln hij met medewerkers van Museum Kennemerland mee bij een opgraving aan de Breestraat, op de plek waar het oude pand van C & A had gestaan. „Daar werd een beerput aangetroffen, ramvol met glaswerk, waaronder veel luxe objecten.” Hij pakt wat uit de vitrinekast. ‚„Zoals deze originele Berkemeier, een Duits waldglas uit 1580-1600. Vermoedelijk gebruikt door een rijke. Destijds woonden in die buurt vermogende mensen uit Amsterdam en Beverwijk. Jan Brugman was een van hen, hij stond ooit in de buitenste rij op Rembrandts ’Nachtwacht’, maar is er later afgesneden vanwege de enorme afmeting van het doek.”
Na niet-afgemaakte studies bouwkunde en archeologie werkte Jeroen vijftien jaar in de bouw als betonspecialist, in de IJmond en Utrecht. Totdat een advertentie in een kunstblad zijn aandacht trok.
„Taxateur in Utrecht gezocht. Ik heb gebeld om te vragen aan welke eisen je moet voldoen. Het is geen aparte studie, er is wél een opleiding met examen.”
Na twee jaar deed hij dit bij de stichting VRT, Verenigd Register van Taxateurs. Sinds 2014 is hij zelfstandig registertaxateur, onder de naam Houtwyck Taxaties. „Voorwaarde om dit te kunnen blijven doen, is aantoonbaar boeken lezen, beurzen bezoeken, cursussen en trainingen bij uiteenlopende experts. Ivoor is nu actueel, ik heb net een cursus achter de rug bij de RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In verband met de Cites-overeenkomst is toezicht nodig op antieke ivoor, dan heb je het over voor 1947. Als niet is vast te stellen dat iets inderdaad antiek ivoor is, geef ik geen certificaat af en mag je het dus niet verkopen.” Dit werk doet hij voor kunsthandel, veilinghuizen én online veilinghuis Catawiki.
Bolpoottafel
In zijn Beverwijkse huis is het alsof hij zelf in een museum woont. Omringd door verzamelde schilderijen, lampen, majolica bordjes, oude prullaria, een houten kooi uit 1920 met daarin een levendige grasparkiet, stoelen uit Laat Gotiek, een oerhollandse bolpoottafel met daarop ter bescherming een blad van dik glas. Aan de voorgevel is het niet te zien, maar het huis dateert van 1895, met oorspronkelijke hoge en-suitedeuren. Pronkstuk is een robuuste, maar elegant versierde Vlaams-gotische kast, ongeveer vijf eeuwen oud. „Van eikenhout. Ik zag hem op Marktplaats, er stond bij dat het een Engelse kast uit de 18e eeuw was, ik dacht ’dat kan niet’. Uiteindelijk opgehaald en gekocht bij een particulier in Veenendaal.” Aan de wand een ruim drie eeuwen oud schilderij van Abraham Storck. „Je ziet hierop het oude landgoed Elswout bij Overveen, de huidige bekende buitenplaats is in 1800 gebouwd. Het water op de voorgrond is de Leidsevaart, waarschijnlijk was de bewoner van Elswout een trotse investeerder daarin. Kwestie van ‘wie betaalt, die bepaalt’. Alleen, optisch klopt het niet omdat de vaart veel verder weg ligt van het landgoed.”
In april vorig jaar toonde Jeroen in hetzelfde museum de bijzondere collectie die hij in 27 jaar opbouwde met zijn in Medemblik geboren vrouw Saskia Cornelissen (48): een veertigtal 19e eeuwse kuuroordglazen, vrijwel allemaal uit de historische regio Bohe-men. Verzamelen is voor Jeroen ‘een zelfbetalende hobby’. „Ik koop én verkoop. Het is ook een soort belegging. Zo probeer je in te spelen op wat hip is. Scheepjes bijvoorbeeld, maar ja, Sail Amsterdam gaat wegens corona niet door. Ook is er een hele revival in Delfts blauw: Chinees porselein dat door Chinezen wordt teruggekocht. Onder hípsters is het zakhorloge weer helemaal terug: mannen met baarden en een vestje, daar hoort een zakhorloge bij. Wat tot voor kort 50 euro waard was, daar wordt nu 180 euro voor betaald. Zo gaan die dingen.”
Ton de Lange