Kampen – 20 april 2015

Bronvermelding "Foto: Jorrit Lousberg" bij publicatie verplicht.

Bronvermelding “Foto: Jorrit Lousberg” bij publicatie verplicht.

“Wat mij betreft blijft de drinkhoorn hier een jaar staan.” De Kampenaar is volgens burgemeester Koelewijn heel trots op “hun drinkhoorn”, die nu in uitvergrootte versie en in blinkend goud, 6 meter uitsteekt boven de gebouwen van de Plantage in Kampen. Tijdens de onthulling maandagochtend van het vierde gouden pronkstuk ter ere van de Nationale Museumweek was de opkomst groot. Burgemeester Koelewijn, de heer Petrusa – directeur van het Stedelijk Museum Kampen – en de heer Walthaus – sommelier van het jaar – maakten de eerste officiële Gouden selfie. Het gouden pronkstuk verwijst naar de drinkhoorn van het Sint Anna- of Rijnschippersgilde. Het is niet alleen het oudste voorwerp van het Rijnschippersgilde, maar ook het oudste bekende zilveren gildestuk van Nederland en België.

“De drinkhoorn is een object waar we ontzettend trots op zijn”, zegt Burgemeester Koelewijn. “Persoonlijk heb ik nog niet zoveel met selfies, maar het is erg bijzonder om te zien hoeveel inwoners zich identificeren met deze museumschat. Het museum is wat de ogen zijn in een gezicht. Cultuur kleurt de stad en geeft niet alleen identiteit maar als het ware ook de uitstraling naar de toekomst”.

De heer Walthaus: “Kampen is een Hanzestad. Tijdens de inauguratie van het Schippersgilde werd de drinkhoorn doorgegeven waarbij iedereen een heildronk uitbracht en een kort verhaal of gedicht voorlas. De drinkhoorn eindigt in een hondenkop, waar je van schrikt tijdens het drinken en waardoor men vaak morste. Waarschijnlijk werd er in deze drinkhoorn een Riesling geschonken”.

De heer Petrusa – directeur van het Stedelijk Museum Kampen: “De drinkhoorn brengt ons terug naar lang vervlogen tijden, naar tijden van handel, voorspoed en rijkdom in de stad, naar de tijden van de georganiseerde vakbroeders, de gilden. De echte drinkhoorn is slechts 30 cm groot, maar van onschatbare waarde. Ik ben ontzettend trots dat ons museum is gekozen uit de 450 deelnemende musea en dat deze museumschat nu bij heel Nederland onder de aandacht is gebracht.”