Omstreden blazoen echt verklaard (door Bart Vuijk)

Harold Bos (links) en Jeroen Zoetmulder met de blazoenen. Foto Ronald Goedheer

Rederijkerspaneel uit 17e eeuw hangt eindelijk tussen vier andere in Museum Kennemerland
Beverwijk Vijf blazoenen hangen sinds kort in Museum Kennemerland, dat hiermee de grootste collectie van deze rederijkerspanelen in zijn bezit heeft van heel Nederland. De vijfde – die lang voor een kopie versleten werd, en daarom in het museumdepot bleef liggen – is door de nieuwe conservator Harold Bos ’echt’ verklaard.
Een blazoen is een schilderij op een eikenhouten paneel. Rederijkerskamers, gezelschappen van rijke amateurdichters, lieten die schilderijen maken als gift voor andere kamers met wie dichtwedstrijden werden gehouden. ,,Het was de voorloper van het cabaret”, legt bestuurslid Jeroen Zoetmulder van Museum Kennemerland uit. ,,Er werd behoorlijk met de heersende machthebbers gespot.”
Dichtwedstrijd
Een dichtwedstrijd in Beverwijk in 1621 bracht een aantal rederijkerskamers bij elkaar. De diverse kamers namen hun eigen blazoenen mee. Vier van die blazoenen zijn goed bewaard gebleven. De vijfde, het blazoen van de Beverwijkse rederijkerskamer De Witte Lelie, werd lang versleten voor een kopie. Maar volgens conservator Harold Bos van het museum moet dit toch als echt worden beschouwd, Hij heeft het prominent tussen de andere vier blazoenen aan de muur van het museum gehangen.
Naar aanleiding van een artikel van historicus Jan van der Linden in het ledenbulletin Kennemer Verleden van het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland is het blazoen uit het depot gehaald. Maar is het echt of niet? Jeroen Zoetmulder en Harold Bos zijn het er niet helemaal over eens. Beiden menen dat het houten paneel het originele Beverwijkse blazoen is. Maar over de afbeelding, de ’vlucht naar Egypte’ van Maria en Jozef en Jezus op een ezel, lopen hun meningen uiteen.
De kwaliteit van het schilderij is slechter dan die van van de andere vier. Volgens Zoetmulder is het in de 18e of 19e eeuw overgeschilderd door een vrij slechte schilder. Maar Bos wijst op de staat van de verf, die door het eroverheen aangebrachte vernis is ’geschroeid’. Het ziet eruit als een mozaïek op sommige plekken. ,,Dat wijst erop dat het origineel is. En waarom zou iemand in de 19e eeuw een werk uit de 17e eeuw gaan kopiëren? Er was toen helemaal geen aandacht voor deze zaken.”
Zoetmulder haalt een violetlamp te voorschijn. ,,Als de verf niet weerschijnt, is het origineel. Je ziet hier dat dit hele schilderij weerschijnt.” Hij is ervan overtuigd dat er onder het schilderij een origineel zit dat veel mooier is dan wat er nu zichtbaar is. En pleit ervoor om dit met röntgen- en infraroodapparatuur te onderzoeken. Bos is bang dat het blazoen wordt vernield: ,,Dan houd je een verschoten paneel over.” Maar dat het blazoen nu bij de andere vier hangt, vinden ze beiden terecht. ,,Het is mooi dat ze zo bij elkaar hangen”, aldus Zoetmulder. En nu is het dus ook voor iedereen te zien.