Om de verbinding tussen de Haven van Amsterdam en de Noordzee te verbeteren werd in 1824 het Noordhollandsch Kanaal tussen Amsterdam en Den Helder in gebruik genomen. Dit kanaal voldeed al snel niet meer aan de eisen van het groeiende scheepvaartverkeer. Vanaf ongeveer 1848 is men gestart met de zoektocht naar alternatieven voor het Noordhollandsch Kanaal. In 1852 nam de Gemeente Amsterdam het initiatief voor een commissie die tot taak kreeg alle mogelijkheden te onderzoeken voor een kanaal van het IJ door de duinen naar de Noordzee, dat was immers de kortste verbinding. Met dit plan was het doorgraven van de duinen nabij Velsen, of op het smalste deel van Holland (“Holland op zijn smalst”) vereist. Na vele plannen onderzocht te hebben, was men in december 1861 zover gekomen dat een concessie voor het graven van een kanaal en de exploitatie kon worden verstrekt. Deze concessie werd in januari 1863 goedgekeurd door het parlement. Bij Koninklijk Besluit werd op 16 juni 1863 de concessie verleend aan de vennootschap ‘De Amsterdamsche Kanaal Maatschappij’ (AMK) met als voorzitter Simon Wolf Josephus Jitta (1818-1897). Een Nederlandse aannemer durfde het werk niet aan te nemen, maar in Engeland waren de heren Lee, die reeds veel ervaring hadden met de aanleg van havens in Engeland, bereid de klus te klaren. De aanneemsom bedroeg 27 miljoen gulden. Na elf jaar graven, dijken aanleggen en bouwen aan sluizen werd op 1 november 1876 het kanaal geopend door koning Willem III, Josephus Jitta hield de feestrede. Financieel was het geen succes voor het AMK; in 1883 werd de maatschappij geliquideerd en nam het Rijk alle verplichtingen en rechten over.

De Koning gaf opdracht tot de aanleg van het kanaal ter bestrijding van de werkloosheid. De graafwerkzaamheden begonnen op 8 maart 1865 in de duinen van de Breesaap. De 7 kilometer brede duinen tussen Velsen en de Noordzee werden met schop en kruiwagen afgegraven. Stoomgraafmachines waren beschikbaar, maar het meeste werk werd met de hand gedaan.
Op 1 november 1876 werd het kanaal voor de scheepvaart officieel geopend en koning Willem III maakte de eerste tocht door de sluizen. Het kanaal had toen een bodembreedte van 27 meter en was daar circa 7 meter diep. Voor het Noordhollandsch Kanaal waren de vergelijkbare afmetingen ruim 9 meter breed en bijna 6 meter diep. Aan de waterspiegel was het laatste kanaal bijna 38 meter breed. (Bron: Wikipedia)
Postzegels verzamelen doe ik (Eef Limmen uit Santpoort) al heel lang. Ik ben naast het Noordzeekanaal geboren en heb alles op zien bouwen. Dit is niet de enige verzameling die ik heb. Ik heb ook wedstrijdkaders over Santpoort, mijn woonplaats, en over aardbeien en over vuurtorens maar die is voor internationale tentoonstellingen. Sinds kort worden er ook wedstrijden georganiseerd met brief en ansichtkaarten en daarom heb ik dit wedstrijdkader gemaakt.
Een wedstrijdkader moet aan 12 filatelistische kenmerken voldoen. Op elk blad moeten zoveel mogelijk van deze kenmerken aanwezig zijn. Zo moet er zo mogelijk een stempel op staan. Dat betekent dat er oud materiaal gebruikt moet worden want tegenwoordig worden er geen stempels meer gezet.
Met dit kader heb ik goud gewonnen bij de Filatelie Manifestatie in Diemen. Dit is een tentoonstelling van zowel postzegels, van ansichtkaarten en van stempels zoals die vroeger op de postzegels werden gezet. Op deze manifestatie werd ik ook bekroond met Groot Verguld Zilver voor mijn kader Zomerkoninkjes.